Deze variant op de bicep curls legt de nadruk op de strekkende spieren van de onderarmen en de brachialis spier.
Omdat de elleboog zich in deze oefening niet naast, maar voor de romp bevindt, is de lange kop van de biceps al deels verkort. Deze loopt namelijk niet alleen over het ellebooggewricht, maar ook over het schoudergewricht. Doordat deze reeds verkort is bij aanvang van de oefening kan deze geen maximale inspanning verrichten (active insufficiency). De korte kop van de biceps en de brachialis (die overloopt in de onderarm) zullen daarom harder moeten werken om dit te compenseren. De nadruk ligt echter op de spieren in de onderarm.
De oefening kan afwisselend met één hand worden uitgevoerd of met beide handen tegelijk. Bij zwaardere gewichten kan balans echter een probleem zijn als afwisselend wordt uitgevoerd.
Actieve spieren:
Probeer de bovenarmen en ellebogen zoveel mogelijk op dezelfde plek te brengen. Zwaai deze bij het naar beneden brengen niet naar achter, maar laat deze recht naar beneden handen. Anders loop je de kans de triceps te activeren wanneer de arm wordt gestrekt. Belangrijker nog, op deze manier kan je de arm als een slinger gebruiken en de snelheid naar voren gebruiken om minder inzet van de biceps te vereisen (en meer van de schouders). Dat gaat ten koste van de effectiviteit van de oefening.