De Abdominal Air Bike traint de buikspieren en de spieren van de quadriceps.
De rechte buikspier (de basis van het ‘wasbordje’) trekt het borstbeen richting het bekken door de rug te bollen. De schuine buikspieren in de zij stabiliseren de core door zijwaartse kantelingen en rotaties te remmen. De dwarse buikspieren (onder de schuine buikspieren) trekken de buikwand naar achteren en werken zo als een natuurlijke gewichthef riem om de core te stabiliseren.
Spieren in de bovenbenen werken mee door de benen op te tillen en het bovenbeen deels te strekken.
Actieve spieren:
Buik:
Bekken:
Benen:
Anders dan bij bijvoorbeeld de Crunch, hebben de benen in deze oefening een actievere rol. Het bovenbeen wordt opgetrokken (flexie van de heup). De hierbij betrokken rectus femoris is één van de spieren van de quadriceps. Deze wordt geholpen in deze actie door de satorius die over de rectus femoris heen loopt.
De andere drie spieren van de quadriceps lopen alleen over het kniegewricht. Ze werken in deze oefening actief mee wanneer het been deels wordt gestrekt tijdens de fietsbeweging. De hamstrings en billen werken juist weer mee wanneer het bovenbeen weer wordt gebogen, maar worden daarbij geholpen door de zwaartekracht.
Bij de Abdominal Air Bike concentreer je je dus minder op de buikspieren en vraag je meer van de benen.