De squat is één van de bekendste oefeningen voor de benen. Het is een compound, of samengestelde, oefening; Een oefening die meerdere gewrichten en spier(groep)en betrekt. Dit blijkt dan ook uit de lange lijst van betrokken spieren zoals hierboven vermeld.
Er kunnen veel verschillen zijn in de manier waarop de squat wordt uitgevoerd. Zoals met of zonder toegevoegd gewicht, de aard van het gewicht en waar dit gewicht geplaatst wordt. Bij de jump squat wordt alleen het lichaamsgewicht als weerstand gebruikt. De squat wordt in dit geval verlengd met een sprong.
Betrokken spieren:
Benen:
Billen:
Bekken:
Kuiten:
Buik:
(Onder)rug en wervelkolom:
‘Plyometrische oefening’
De sprong maakt de jump squat een plyometrische, of explosieve, variant op normale squats. Geschikt dus als de ontwikkeling van explosieve kracht belangrijker is dan maximaal kracht, spiergroei en/of spierconditie. Dit maakt jump squats een oefening die vaak als ondersteunend voor andere sporten wordt ingezet, waarbij verhogen van o.a. sprongkracht een voor de hand liggend doel is.
Positie en beweging van de armen
In de voorbeeldfoto en beschrijving van uitvoering wordt uitgegaan van de armen die een contrabeweging maken. De armen zwaaien omlaag terwijl het lichaam omhoog gelanceerd wordt. Een beweging die vergelijkbaar is met een skiër die zich afzet met zijn skistokken.
Als alternatief kunnen de armen ook juist de beweging verlenging. De handen beginnen dan laag en worden in de sprong omhoog gegooid zoals een basketballer die naar de basket gaat.