De archer stand shoulder pull is een oefening die zich vooral richt op het naar achteren trekken van de ellebogen en schouders door de grote rugspier en schouderspieren. Het midden van de trapezius en de rhomboideus helpen mee met het naar achteren trekken van de schouders. De vier kleinere spieren in de schouders, de rotatorenmanchet, zorgen voor het stabiliseren van de schouder. Afhankelijk van de uitvoering kunnen ook lager gelegen spieren actief meehelpen of slechts een stabiliserende functie hebben. Zoals de ruggestrekker (erector spinae), de bilspieren en de hamstrings.
Belangrijkste spieren:
Deze uitvoering van de oefening is vooral gericht op de grote rugspier en de achterkant van de schouders. Door de ellebogen verder omhoog te brengen (zoals bij ‘face pulls’) komt de nadruk (nog) meer op de achterkant schouders te liggen en minder op de rug.
Net als bij de seated rows kan het bovenlichaam gefixeerd worden of meebewegen in de oefening. Wanneer het bovenlichaam naar voren en achteren beweegt in de oefening dan wordt meer werk verricht door de erector spinae en spieren in het onderlichaam die het bovenlichaam in lijn brengen met de benen (zoals tijdens een back extension, hip thrust of deadlift). Spieren zoals de bilspieren en de hamstrings. Om de grote rugspier en achterkant schouders zoveel mogelijk te isoleren, dien je je bovenlichaam dan ook stil te houden en alleen te bewegen vanuit de armen