De dumbell row is één van de meest populaire ‘row’ oefeningen. Alle zogenaamde row of roei-oefeningen, zijn voornamelijk gericht op het naar achteren trekken van de bovenarmen. Dit is een van de belangrijkste functies van de latissimus dorsi, de grote rugspier. Om deze functie met losse gewichten uit te voeren moet het bovenlichaam in (bijna) horizontale positie gebracht worden zodat de zwaartekracht de juiste weerstand kan verzorgen. In deze variant doe je dat door voorover te buigen.
De uitvoering met twee handen maakt het onmogelijk om met een vrije hand te steunen zoals bij de normale dumbell row. Hierdoor moeten de spieren in de onderrug, billen en hamstrings harder werken om je lichaam in positie te houden. In dit opzicht is de oefening beter te vergelijken met de barbell bent over row. Anders dan bij de barbell bent over row maakt het gebruik van de dumbells het mogelijk de handen in neutrale positie te houden (palmen naar binnen).
Concentreer je vooral op het naar achteren trekken van de ellebogen. Onthoud dat de latissimus dorsi, de grote rugspier, aan de bovenkant van de bovenarmen trekt om deze naar achteren te brengen. Deze heeft geen rol in het buigen en strekken van de armen. Probeer je handen dus niet naar voren of achteren te bewegen.
Buig niet verder door vanuit je middel bij het strekken van de armen en kom niet met het bovenlichaam omhoog bij het intrekken van de ellebogen. Dit meebewegen is een methode die veel wordt gebruikt om te smokkelen en met zwaardere gewichten te kunnen trainen.
Probeer dit te voorkomen door niet te zware gewichten te pakken en te concentreren op goede vorm. Probeer je bovenlichaam stil te houden en alleen vanuit de armen te bewegen.