De rear delt row is een oefening gericht op de achterste kop van de deltoideus (schouderspier). De middelste kop en (in nog mindere mate de) voorste kop helpen ook mee in deze beweging, maar worden minder geactiveerd.
Veel andere spieren helpen echter bij het naar achteren brengen van de ellebogen en schouders, maar ook bij het behouden van de voorovergebogen positie. De grote rugspier speelt een rol bij het naar achteren brengen van de ellebogen. De biceps brachii, brachialis en brachioradialis helpen bij het buigen van de arm.
In deze liggende variant lig je voorover op een schuin bankje.
Betrokken spieren:
Rug en schoudergewricht:
teres minor)
Armen:
Rug:
De rear delt row is een oefening gericht op de achterste kop van de deltoideus (schouderspier). De middelste kop en (in nog mindere mate de) voorste kop helpen ook mee in deze beweging, maar worden minder geactiveerd.
Veel andere spieren helpen echter bij het naar achteren brengen van de ellebogen en schouders, maar ook bij het behouden van de voorovergebogen positie. De grote rugspier speelt een rol bij het naar achteren brengen van de ellebogen. De biceps brachii, brachialis en brachioradialis helpen bij het buigen van de arm.
In deze liggende variant lig je voorover op een schuin bankje.
De rear delt row lijkt erg veel op een oefening die voor de rug wordt uitgevoerd; de bent over barbell row. Het belangrijkste verschil is de positie van de ellebogen. Om te voorkomen dat je van deze schouderoefening een rugoefening maakt, dien je de ellebogen naar buiten gericht te houden en niet naar je zij te brengen.
In de staande variant zijn diverse spieren actief om je lichaam in de voorover gebogen positie te houden. De liggende variant maakt het mogelijk je volledig op de schouders te concentreren. Een nadeel van de liggende variant is de grote druk op de borstkas bij gebruik van zware gewichten.