De good morning is een oefening die zich vooral richt op de hamstrings, de billen en de spieren in de onderrug en wervelkolom. De hamstrings en billen moeten hard werken om het bovenlichaam overeind te brengen door bovenbenen en rug uit te lijnen. De erector spinae die langs de wervelkolom loopt, helpt de rug recht te trekken.
Andere spieren werken vooral stabiliserend. Denk aan de kuiten, spieren in en rond het bekken en natuurlijk de buikspieren. Spieren in de bovenrug en schouders zijn vooral bezig met het vasthouden en stabiliseren van de halterstang.
Good mornings voer je met relatief weinig gewicht uit. Als je de oefening voor het eerst uitvoert, kan je dit het beste met een lege stang doen.
Betrokken spieren:
Benen:
Billen:
Buik:
(Onder)rug en wervelkolom:
Rug en nek:
Schouders:
Good mornings kunnen met kleine aanpassingen grote verschillen maken op de betrokken spieren.
Je kunt bijvoorbeeld de (natuurlijke) kromming van de rug tijdens de hele beweging gelijk houden. De onderste (vezels van de) spieren langs de wervelkolom hebben dan een actieve taak tijdens het omhoogkomen, maar de bovenste stabiliseren deze alleen. Als je de spieren langs de gehele lengte van de wervelkolom wilt trainen dan is dit ook mogelijk. Aan het einde van het voorover buigen maak je dan een bolle rug. De weg omhoog begint dan met het hol trekken van de rug voordat je vanuit de middel omhoog komt.
Hoe verder je voorover kantelt, des te groter de rek op de hamstrings. Dit geldt ook voor de mate waarin je de benen gestrekt houdt. Om de benen (bijna) gestrekt te houden en niet voorover te vallen, breng je billen naar achteren vanuit de enkels (en dus niet de knieën).
De elasticiteit van de hamstrings bepaalt hoe ver je voorover kunt buigen. Sommigen zullen deze dus veel ‘dieper’ kunnen uitvoeren dan anderen.
Bij de good morning kan het controleren van de barbell wat lastiger blijken dan bij, bijvoorbeeld, squats. Omdat het bovenlichaam verder voorover kantelt vanuit de heupen kan de barbell de neiging krijgen naar beneden te zakken tijdens het omhoog komen. Om de barbell zo comfortabel en goed mogelijk te controleren, kan de juiste plaatsing van de handen helpen. Bepaal hiervoor eerst op welke hoogte je de stang op je rug wilt hebben. Plaats je handen dan op de wijdte waarbij de ellebogen aan de zijkant tegen het lichaam geklemd zitten.